home Nieuws Eerste Kamer net als MNO kritisch over toegevoegde waarde wijziging WOR m.b.t. beloningen

Eerste Kamer net als MNO kritisch over toegevoegde waarde wijziging WOR m.b.t. beloningen

Nadat de Tweede Kamer eerder dit jaar al akkoord ging met een uitbreiding van de WOR om verplicht jaarlijks de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken te bespreken in een overlegvergadering met de ondernemingsraad, stemt 12 juni de Eerste Kamer daarover.

Wat daarvan de uitkomst zal zijn is nog niet duidelijk. Een aantal senatoren hebben zich kritisch uitgelaten over het wetvoorstel. De VVD-fractie vroeg zich af welk doel het voorgestelde wetgeving nu dient en hoe het de effectiviteit zal verbeteren van de vaststelling van de omvang van bestuurdersbeloningen. Ook de leden van de CDA-fractie stelden vragen over de toegevoegde waarde van het voorstel. D66-fractie was van mening dat het voorstel in de praktijk weinig zal toevoegen en vrezen dat er bij voorbaat al aan de effectiviteit van het gesprek tussen ondernemer en ondernemingsraad getwijfeld mag worden.

Het MNO had eerder al een reactie gegeven naar de Tweede Kamer over de voorgestelde wijziging. Het MNO vindt dat bespreking van de beloningsverhoudingen in de overlegvergadering weliswaar het informatierecht versterkt en de transparantie over dit onderwerp ten goede komt. Het MNO vindt het echter dat het geen belangrijke, noodzakelijke aanvulling vormt op bestaande instrumenten in de WOR en het Burgerlijk Wetboek. De gekozen vorm is te zwak en vergroot de invloed van de ondernemingsraden niet.

Het MNO vindt dat er een verplicht gesprek moeten komen tussen de (remuneratiecommissie van de) RvC en niet met de (WOR)bestuurder. De RvC bepaalt n.l. de beloning. Opname in de corperate governace code deze ‘good practice’ voor de omgang tussen de RvC en de or zou daaraan bijdragen. Maar ondanks het verzoek van het MNO is dit niet in de recent vernieuwde code opgenomen.